Programmatisch toetsen is een integrale benadering van het ontwerp van een beoordelingsprogramma met als doel om de leer- en beslisfunctie en opleidingskwaliteit optimaliseren te optimaliseren. Individuele beoordelingsmethodes die gericht gekozen zijn omwille van hun overeenstemming met de uitkomsten van het opleidingsprogramma en hun informatiewaarde voor de professional, worden gezien als individuele beoordelingsmomenten. De waarde van deze individuele punten wordt maximaal benut door feedback te geven aan de professional. Er is een duidelijk verschil tussen een beoordelingsmoment en het beslissingsmoment over het al dan niet geslaagd zijn. Tussentijdse en zwaarwegende eindbeoordelingen worden gebaseerd op meerdere beoordelingsmomenten na een zinvolle aggregatie van informatie en onderbouwd door organisatorische procedures om hun betrouwbaarheid te waarborgen. Door de analyse van de beoordelingsinformatie en de daaruit vloeiende leerdoelen wordt zelf- gereguleerd leren ondersteund in een dialoog met de professional, bijvoorbeeld in een mentorsysteem. Programmatisch toetsen kan worden toegepast op elk deel van het opleidingscontinuüm, gegeven dat het onderliggende leerconcept constructivistisch is.
Bekijk een animatie over Programmatisch Toetsen.
Referenties:
Ten Cate en Scheele (2007) hebben het concept van Entrustable Professional Activities (EPA’s) geïntroduceerd als taken die als cruciaal worden gezien in het vakgebied, die elke professional onder de knie dient te krijgen, en die een centrale plaats in het opleidingsprogramma moeten krijgen. EPA’s staan voor de vele types van “doen” die van belang zijn voor professionals. Scheele et al. (2008) ontwikkelden drie criteria om EPA’s te definiëren: (1) taken die zeer belangrijk zijn in de dagelijkse praktijk, (2) hoog- risico of fout-gevoelige taken, en (3) taken die specifieke competenties vertegenwoordigen.
Referenties:
Een student ontvangt veel informatie over de eigen prestaties. Hierover het overzicht houden en vervolgens actief betekenis geven aan deze informatie is complex. Tijdens reflecties beoogt men verkregen feedback en informatie afkomstig van toetsing op een zinvolle wijze te relateren aan voorgedefinieerde competenties, en tracht men koppelingen te leggen met eerdere situaties. Een mindmap-gebaseerd portfolio stimuleert effectief gebruik van de rijke informatie die men als student ontvangt en waarover men dient te reflecteren, het faciliteert de dialoog met mentoren en biedt gebruikers, zowel student als mentor, een overzicht dat als erg nuttig wordt ervaren.
Referentie: